Posterwoorden 26
- afschaffen = een einde aan iets maken
P De minister wilde die wet afschaffen, omdat hij niet meer nodig was.
E De voetballers gaan hun oude schoenen afschaffen, want ze lopen niet meer lekker.
- vorderingen = hoe ver je met iets bent gekomen, vooruitgang
P Aziz heeft dit jaar goede vorderingen gemaakt bij wiskunde. Hij is veel beter geworden.
E Heb jij al vorderingen gemaakt met je huiswerk?
- volkomen = helemaal
P Sorry dat ik er niet was. Ik was onze afspraak volkomen vergeten.
E Ik was volkomen vergeten dat ik beloofd had om m’n kamer op te ruimen. Ik had er echt niet aan gedacht.
- achten = denken dat iets zo is, vinden
P Ik acht de kans klein dat hij op tijd komt. Hij is altijd te laat.
E We achten de kans groot dat de wedstrijd niet doorgaat. Het veld is veel te nat.
- ondanks = terwijl je het niet zou verwachten
P Ondanks de kou, gingen veel mensen buiten wandelen.
E Ondanks herhaalde waarschuwingen maken de leerlingen tijdens de pauze gebruik van de tram.
- voltooien = afmaken
P Door zijn plotselinge dood kon de schrijver zijn boek niet meer voltooien.
E Ze zijn erg lang bezig met het voltooien van die nieuwe snelweg. Hij is nog steeds niet klaar.
- gepaard gaan met = samengaan met
P Vorst gaat vaak gepaard met gladheid op straat.
E De bosbrand ging gepaard met enorm veel rook.
- beheersen = de baas zijn over
P Dat meisje beheerst de hele klas. Iedereen doet wat zij zegt.
E Je moet jezelf kunnen beheersen. Neem niet elke keer een koekje als je trek hebt!
- aanvankelijk = eerst
P Aanvankelijk had ik een vreselijke hekel aan hem, maar nu vind ik hem heel aardig.
E Aanvankelijk was Yasar niet van plan om naar school te gaan, maar hij is toch maar gekomen.
- evenmin = ook niet
P Wij gaan niet zwemmen vanavond en jij evenmin. Je blijft maar mooi thuis.
E Bart heeft geen zin in wandelen en Jan evenmin. Ze gaan liever zwemmen.