Posterwoorden 24
- bijv. = bijvoorbeeld
P Er is hier van alles te doen, bijv. voetballen, zwemmen en hardlopen.
E Er zijn allerlei smaken ijs verkrijgbaar, bijv. pistache, citroen of hazelnoot.
- bestaan uit = opgebouwd zijn uit
P Ons lichaam bestaat uit armen, benen, een hoofd en een romp.
E Waaruit bestaat een huis ongeveer?
- voorkomen = zorgen dat iets niet gebeurt
P Het dragen van handschoenen voorkomt dat je vingers bevriezen.
E Je kunt een ongeluk niet altijd voorkomen.
- verwijderen = weghalen
P De fout geparkeerde auto werd door de politie verwijderd. De eigenaar kon hem ergens anders weer ophalen.
E De tandarts verwijderde de rotte kiezen uit de mond van de patiënt.
- de functie = waarvoor iets bedoeld is
P De functie van een mes is dat je ermee kunt snijden.
E Welke functie heeft de schild van een schildpad?
- behoren tot = horen bij
P De panter behoort tot de groep katachtigen, net als de leeuw en de tijger.
E Tot welke groep dieren behoren de mensen?
- voldoen aan = zo zijn dat iemand er tevreden over is
P Die persoon voldoet precies aan onze eisen voor die baan. Hij is er heel geschikt voor.
E De winkelier kon niet voldoen aan de vraag naar ventilatoren. Ze waren allemaal verkocht.
- aangeven = laten zien, laten weten
P Door je arm uit te steken, geef je aan dat je wilt afslaan.
E Op het etiket staat aangegeven welke stoffen er in een bepaald product zitten.
- nagaan = kijken of iets klopt, uitzoeken
P Met een thermometer kun je nagaan of je koorts hebt.
E Ga eens na hoeveel boterhammen je vandaag al gegeten hebt.
- beoordelen = een mening over iets of iemand geven
P Weet jij hoe de leraar deze spreekbeurt heeft beoordeeld? Nee, ik weet niet hoe hij aan het cijfer is gekomen.
E Met een voedingswijzer kun je je eigen eetgewoonten beoordelen.